IS EEN GOD ALS VERANTWOORDELIJKE HET GOEDE ?
- titusdewolff
- 7 feb 2023
- 5 minuten om te lezen
Oftewel: was de mens zelf dan soms te verantwoordelijk ?
Waarschijnlijk wel, ja. Er moet toch een aanleiding zijn geweest om met een nieuwe godsdienst en een nieuw godsdienstig gedrag te gaan beginnen.
Een godsdienstig gedrag is een met geboden voorgeschreven gedrag waarbij men het begrip god laat dienen als een almachtige macht. Dat begrip god heeft dan daarmee alle verantwoordelijkheid gekregen, zodat de mens daar zonder is. Wat de bedoeling is.
Dat stichten van zo'n nieuwe god inclusief diens dienstverlening zal dan gebaseerd zijn geweest op de drang om anders te gaan leven. Om met een bepaalde bedoeling te gaan leven.
De bedoeling van die godsdienst met die nieuwe god was in elk geval om goddelijker mensen te gaan worden. Dat wordt tenminste vanuit de overlevering doorgegeven. Mensen van die god gaan worden. Goddelijke mensen worden En omdat een god toch altijd het hogere heeft voorgesteld, moet dat toch worden verklaard als een hoger volk. Betere mensen. Hoogwaardiger mensen. De mensen moesten door middel van het gedrag dus hoogwaardiger worden. En dat is ook best wel te organiseren. Met voorschriften, regels en geboden.
Het is gewoon wel heel duidelijk dat die nieuwe godsdienst (dienstverlening, het lenen en gebruiken van een god zijn dienst), aan verbetering en verhoogwaardiging van de mensen wilde gaan doen. Een godsdienstige is door de godsdienst zelf ook altijd al als hoogwaardiger zijnde voorgesteld dan een heiden. Heidenen waren laagwaardigen. Het werd zelfs gebruikt om te schelden of om op af te geven.
Dan is het de vraag hoe je mensen zou kunnen verhoogwaardigen ?
Ten eerste kan dat door beter georganiseerde overdracht van kennis. Goed onderwijs en goede voorlichting. De mensen geleerder gaan maken. Geleerdere mensen gelden als hoogwaardiger mensen. Ze bereiken daardoor meer en hebben zo ook meer kans op overleving.
En ten tweede kan dat door mensen te gaan selecteren op hun gaven, mogelijkheden en prestaties. En daarmee op hu n gaven, mogelijkheden en prestaties. En daarmee op hun hoogwaardigheid. De prestaties gebruiken om te oordelen of ze hoogwaardiger of laagwaardiger zijn. En dan gaan inzetten op en bevoordelen van de hogerwaardigen boven de lagerwaardigen. Het nageslacht gaan regelen en organiseren door selectie.
Het natuurgebeuren laat zo ook de hoogwaardigste exemplaren de soort hoogwaardig houden om de soort te kunnen laten overleven. En het natuurgebeuren laat de laagwaardige exemplaren van de soort ook gewoon achter. Noodzakelijk om een hoogwaardige soort of volk te blijven.
Plantentelers en veetelers doen dat ook Zij selecteren de laagwaardigste exemplaren ook uit en laten ze achter.
Bij mensen kan dat ook worden gedaan. Dan moet die mens natuurlijk niet al te zeer worden gehinderd door zijn gevoelens van verantwoordelijkheid. Maar als de god verantwoordelijk wordt gesteld en men laat de geboden het gedrag voorschrijven en bepalen, dan kan het best een geaccepteerd gebruik gaan worden om de laagwaardigen achter te laten.
Bij de stichting van die nieuwe godsdienst met maar één god zijn daartoe allerlei geboden, regels en gebruiken vastgelegd. Die geboden, regels en voorschriften had men dus gekregen. De overlevering zegt dat ze van die nieuwe god werden gekregen. Hoe dat verkrijgen dan is gegaan, blijft onduidelijk, maar die nieuwe god was het alles, en dan kan het krijgen van geboden en voorschriften op velerlei manieren zijn gegaan. Men had ze in ieder geval. Iemand kwam er mee aan. Iemand kwam met geboden en de geboden waren er.
Het belangrijkste voorschrift wat de lichamelijke zingeving voor het hoogwaardiger worden betreft, is de beoordeling voor het vormsel. De eisen aan de deelnemers die aan de godsdienstorganisatie meedoen, dat ze wel goed gevormd horen te zijn.
Die beoordeling voor het vormsel was bij ons als kinderen op een leeftijd van ongeveer twaalf jaar oud. In ons geval tenminste en uitzonderingen er buiten gelaten in andere gevallen ook. Het was de leeftijd waarop de kinderen klaar waren met het basisonderwijs. En dat gaf dan de mogelijkheid dat die kinderen dan, naast de lichamelijke gevormdheid, ook goed op hun verstand en intelligentie beoordeeld konden worden. Zeer belangrijk bij het verhoogwaardigen, want minder of meer intelligent is ook erfelijk. En één van de belangrijkste gebruiken binnen het godsdienstig zijn was dat de intelligentste kinderen de beste kansen verdienden. Om zo een intelligenter volk te gaan worden. Vrij logisch allemaal.
In mijn schoolklas van vroeger was één kind beoordeeld als zijnde niet goed genoeg gevormd. Dat vormsel was dus 60 jaar geleden hier ook nog wel degelijk in gebruik. Maar al niet meer zoals voorheen. Het kind was wel onvoldoende gevormd, maar leefde wel gewoon verder. Het mocht alleen als onvoldoende gevormd niet aanwezig zijn op de feestelijke viering van die goedkeuring voor dat vormsel. En het kreeg geen bewijs van goedkeuring.
In de oudere godsdienstige cultuur werd dat gebruik van het achterlaten van een onvoldoende gevormd kind 60 jaar geleden nog wel toegepast.
Jonge vrouwen uit ons land die zo'n 60 jaar geleden geschoold waren in gehandicaptenzorg hebben toen geprobeerd om die zorg ook op te zetten en toe te passen in oudgodsdienstige gebieden. Maar zij kregen daar toen geen kans toe. De mensen daar zeiden gewoon geen gehandicapten te krijgen. Ze hadden ze daar in ieder geval niet.
Dat ze daar toch wel degelijk ook gehandicapten of kinderen met een gebrek kregen, liet een reportage van het televisieprogramma Brandpunt ons destijds zien.
Die maakten een reportage over hoe dat achterlaten van die onvoldoende gevormde kinderen bij godsdienstigen precies georganiseerd was.
Dat achterlaten van onvoldoende gevormde kinderen was voor die mensen toen gewoon nog een gangbaar en geaccepteerd gebruik.
Niet ver van onze lagere school woonde in die tijd een vrouw met het syndroom van Down. Die vrouw werd dan, als ze langs liep, door de schoolkinderen wel gepest en nageroepen. Niet zo leuk , maar zo ging dat.
En op het schoolplein gingen dan de verhalen altijd rond dat in andere culturen zulke kindertjes in de woestijn werden achtergelaten. Of in bergachtig gebied van een berg werden geduwd. Omdat het hebben van zulke kinderen een straf van de god of de godsdienst zou zijn.
In het natuurgebeuren worden de onvoldoende gevormde nakomelingen ook gewoon achtergelaten. Daar draait ook alles om de overleving van de best aangepasten. Alleen de hoogwaardigste exemplaren leven door. Wie niet goed voor zichzelf kan zorgen gaat dood. Het natuurgebeuren regelt zichzelf op die manier als samenleving van blijvend hoogwaardige soorten. Door de survival of the fittest.
Godsdienstig gedrag gaat echter wel een stap verder dan de natuur met het verhoogwaardigen van de soort.
Godsdienstig gedrag regelt en organiseert vooraf met voorschriften en gebruiken de verhoogwaardiging waar het natuurgebeuren alles achteraf laat gebeuren en laat ontstaan. Godsdienstig gedrag beoordeelt en selecteert voortdurend op hoogwaardigheid. De goede gevormdheid. En dat heeft heel wat organisatie nodig. Er moet ten koste van heel veel inzet worden voorkomen dat mensen gaan handelen vanuit gevoelens van verantwoordelijkheid. Dat is tegen het principe van de overleving van de best aangepasten. En tegen de bedachte wens van de stichters van de godsdienst om zo een hogere mens te gaan vormen.
Toen ik een jaar of veertien was, kwam er een familie in de kerk met hun kinderen, waaronder een Downkind. Daar is toen een heel gedoe om geweest tussen de familie en de kerkmensen. De familie heeft toen wel gelijk gekregen door de kerkbestuurders, maar dat was wel het begin van het einde van de kerk. Door een kind dat niet goed gevormd was er wel bij te laten horen. Daarmee werd alles anders. Kerkgang was geen verhoogwaardigende zingeving meer. En als jongen van veertien wilde je ook liever niet in de buurt van die familie zitten.
De plechtigheid van een hoogwaardige bedoeling was geofferd. De bedachte wens van de stichters van de godsdienst om een hogere mens te gaan vormen werd los gelaten.
En binnen tien jaar ging geen jongere meer naar de dienst.
En nu zijn we dan weer zelf verantwoordelijk. En de kerk dicht.
Godsdienst is niet wat gedacht wordt.
Good spirit greetings from Goa