INLEIDING
- titusdewolff
- 30 nov 2022
- 4 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 2 dec 2022
Er is één grote factor in ons samenleven, die we niet goed begrijpen. En dat is de godsdienst van het geloven in een god. Oftewel het geloven in één god. En de invloed die dat heeft op ons doen en laten. Want een godsdienst is tegelijk een gedrag. En dat gedrag heeft alle invloed op ons doen en laten. En daarmee ook op ons gedrag ten aanzien van onze omgang met het klimaat en de biodiversiteit. Het is daarom van het allergrootste belang dat we de rol van het geloven in goden, of één god, bij de tegenwoordige verandering en verslechtering van het klimaat en de uitsterving van soorten beter gaan begrijpen. Ik ben van mening dat het begrip god, als zijnde een aanwezige en verantwoordelijke macht, tot nu toe onvoldoende wordt uitgelegd om goed te kunnen begrijpen. Als er mensen zijn die zeggen dat er geen god is, laten ze daarmee blijken dat ze het absoluut niet begrijpen. Want het gaat om het waarom men een god wil gebruiken. Het is trouwens eigenlijk niet eens zo belangrijk of er wel of niet een god is. Want mensen kunnen ook doen alsof er een god is, terwijl er helemaal geen god is. Mensen gebruiken zo'n denkbeeldige god dan als een middel. Als een soort van instrument om een bepaald doel te bereiken. En wat zou dat doel dan kunnen zijn? Een god is in ieder geval een aanwezige macht die altijd ergens verantwoordelijk voor is. Mensen die doen alsof er een god is, kunnen die denkbeeldige aanwezige macht dan dus gemakkelijk gaan gebruiken om er de verantwoordelijkheid aan te geven. En daarmee gebruiken ze die denkbeeldige aanwezige macht om zichzelf dus zonder verantwoordelijkheid te stellen. Waarom zouden mensen dat doen? Zelf niet verantwoordelijk zijn? Omdat verantwoordelijk zijn slecht is. Tenminste, een slechte kant kan hebben. De verantwoordelijkheid van de mens wil het zwakke steunen en het sterke afremmen. En dat is precies het tegenovergestelde van de natuurlijke overleving van de sterkste en de best aangepaste exemplaren om een sterke en kansrijke soort te blijven. De survival of the fittest. Een godsdienstige mens kan dus ook gewoon een mens zonder verantwoordelijkheid zijn. Of kan een mens met verminderde verantwoordelijkheid zijn. Niet al te verantwoordelijk doen. Want dat is niet goed. Een godsdienst kan dus ook gewoon een leefwijze zonder verantwoordelijkheid propageren. Doordat godsdiensten zelf het gedrag van de godsdienst altijd alleen maar uitleggen in verpakkingstaal is dat gewoon onduidelijk. Veel te onduidelijk. Zijn er dan tekenen of aanwijzingen dat het godsdienstig zijn andere bedoelingen en gedragingen heeft dan de in verpakkingstaal getoonde en gepredikte? Doen mensen dingen die men liever verborgen wil houden? Als eerste moeten we ons dan afvragen of er ook voordelen kunnen zitten aan het doen alsof er een god verantwoordelijk is? En jezelf niet? En het antwoord is: ja, natuurlijk. Want het leven vanuit het wel zelf verantwoordelijk zijn heeft nadelen. En dus heeft het leven vanuit het niet zelf verantwoordelijk zijn, tegelijk met het zich houden aan geboden, voordelen. Want verantwoordelijk zijn gaat ten voordele van het zwakkere. En de zwakkere. En dus ten nadele van het sterkere. En de sterkere. De gevoelens van verantwoordelijkheid van de mens streven naar gelijkheid, zorgzaamheid en vredigheid. En dat is precies tegengesteld aan de werking van het natuurgebeuren zelf. En aan de werking in dat natuurgebeuren van het ontstaan van hoogwaardige soorten. Dat allemaal gebaseerd is op de overleving van de sterksten en best aangepasten. De survival of the fittest. De hele vorming van hoogwaardige soorten in de doorgaand scheppende natuur gebeurt door de overleving van de sterksten en best aangepasten. De survival of the fittest. In de natuur is er geen verantwoordelijkheid voor de zwakke, gebrekkige en niet goed aangepaste exemplaren. Die gaan dood. Die worden gegeten. Hoe kan een godsdienst verhoogwaardigen? Doen alsof er een god is en daarmee doen alsof die god verantwoordelijk is, om jezelf niet verantwoordelijk te laten zijn, kan te maken hebben met het willen laten ontstaan van een hoogwaardiger soort. Een hoogwaardiger mens. Een hoogwaardiger volk of samenleving. Door de sterksten en best aangepaste mensen de beste kansen te geven. De zwakke en laagwaardige mensen aan zichzelf en de goden of de god over te laten. Niet zelf verantwoordelijk willen zijn. De god is verantwoordelijk. Niet zorgzaam voor de ander willen zijn. De god is zorgzaam. Geen zorgsamenleving voor mensen die steeds zwakker en dommer worden. Nee, een strijdsamenleving om steeds hoogwaardiger en aangepaster te worden. Een prestatiesamenleving gaan worden. En dat hoogwaardiger worden van een samenleving zal dus moeten gebeuren door selectie, Dat is bij mensen niet anders dan bij alle andere soorten wezens in het hele natuurgebeuren. Alleen bij mensen kun je dan te maken krijgen met verantwoordelijkheidsgevoelens. Het geweten. Dat geeft weerstand. Dat doe je niet. De stichters van de godsdiensten die zeggen dat er één god is, en dat die god daarmee het verantwoordelijke is, hebben die weerstand opgelost door die gevoeligheden te gaan verpakken. Godsdiensten staan tenminste wel allemaal in verpakking. Verpakkingstaal en verpakkingsgedrag. Het hele gedrag verpakken in geheimzinnigheid. Hemel, hel, geesten en machten. Mystiek te over en mysterie teveel. Alle godsdiensten zitten boordevol geheimen en mysteries. En daarvoor zijn geen andere redenen te bedenken dan dat mensen geleid en misleid moeten worden. Binnen die geheimzinnigheid zijn dan wel steeds de vastgestelde regels en wetten van toepassing. Ook regels en wetten voor het hoogwaardig en goed gevormd houden van zo'n hoger volk. Want dat is het beginpunt van godsdienst. Aan een geloof doen dat een god verantwoordelijk is en aan een gedrag doen dat je zelf niet verantwoordelijk bent. Of hoort te zijn. Om daarmee een hoger volk te zijn. Godsdienst is dus ontwikkeld als een verhoogwaardigingssysteem voor de mens. Mensverhoogwaardiging door de survival of the fittest toe te passen. En daarmee aanmoediging en goedkeuring van strijd, verovering, roof, uitbuiting, overheersing en overname zoals dat bij de overleving van de sterkste en best aangepaste gaat. Het ik voor mij en de god voor allen.
Comments